Laatst gaf ik een poëzielezing op een pabo. Doel was om allerlei lesideeën te geven om met poëzie aan de slag gaan in de praktijk. Dat was ook wel nodig, want de eerstejaars studenten lazen nauwelijks, begreep ik, en zeker geen poëzie.
De les ging goed, maar… ongeveer 40% van de studenten was afwezig – het volgen van (gast)colleges bleek op de Hogeschool niet verplicht te zijn, en dat verwondert mij. Over leesvaardigheid bestaan nogal wat zorgen de laatste tijd. Je verwacht dat een pabo professionals aflevert, dat je (klein)kind in de klas komt bij een leerkracht die op de hoogte is van jeugdliteratuur en rijk taalonderwijs kan geven.
Op de pabo die ik bezocht werd hardop getwijfeld aan de leesvaardigheid van de studenten. Een docent vertelde dat veel studenten grote moeite hadden om een simpel betoog te lezen en te begrijpen. Anderhalf A4’tje bleek te veel van het goede, maar dat ene zinnetje over het weg mogen blijven bij colleges konden ze kennelijk wel goed aan. Leve de vrijblijvendheid?

Een hbo/pabo “vult” de opleiding met onderdelen die van belang geacht worden voor de toekomstige beroepspraktijk. Van toekomstige leerkrachten mag je in deze tijd van ontlezing verwachten dat ze op de hoogte zijn van het boekenaanbod, van prentenboeken, poëzie en (non)fictie. Onderdeel van hun werk wordt dat ze in hun eigen klassen boeken en lezen stimuleren, en zo de woordenschat van de leerlingen verrijken. Zonder kennis van zaken, en zonder taal kom je niet zo ver.
Wil je je (klein)kind in een klas hebben bij een leerkracht die dit onderdeel van het vak niet beheerst? Of anders gezegd: voel je je veilig in de auto bij een chauffeur die bij het rijexamen alleen de vierkante verkeersborden hoefde te kennen? Ikke nie.

VRAGEN:
• Is het op meer pabo’s zo georganiseerd dat lessen niet verplicht zijn?
• Zou je je kind in de klas willen hebben bij een leraar die zelf niet leest?
• Neem je als directie van een pabo je eigen opleiding wel serieus als je dit verzuim van (gast)colleges toestaat?